Overslaan en naar de inhoud gaan
  • ERCP staat voor Endoscopische Retrograde Cholangio- en Pancreaticografie.
  • Het is een endoscopisch onderzoek van galwegen en alvleesklierwegen.
  • We voeren dit uit bij vermoeden van:
    • Galstenen
    • Geelzucht
    • Ontsteking in de alvleesklier
    • Vernauwing in de galwegen

Voorbereiding

  • Je moet nuchter zijn vanaf middernacht. Je mag dus niet eten, drinken of roken.
  • Een verpleegkundige voert een bloedname uit en plaatst een katheter (dun plastic buisje) in de rechterarm. Je krijgt zo een waakinfuus met pijnstilling. Preventief geven we ook eenmalig een dosis antibiotica.
  • Je krijgt een uur vóór het onderzoek een inspuiting (atropine) in je bilspier. Hiervan droogt het speeksel in je mond op.
  • Je vult een informatieformulier (anamneseformulier) in.
  • Je doet net vóór het onderzoek je tandprothese en juwelen uit en een operatieschortje aan.
  • Als je een bloedverdunner neemt, meld dit dan aan de arts of verpleegkundige.

Verloop

  • We brengen je in bed naar medische beeldvorming. Dankzij lichte verdoving slaap je tijdens het hele onderzoek.
  • Je ligt op je linkerzijde op de onderzoeksbank. Een verpleegkundige plaatst een ring tussen je kaken. Langs die weg brengt de arts een flexibele slang (endoscoop) via de keel in het lichaam. De endoscoop is soepel, bestuurbaar en ongeveer 1 cm dik. Er is nog genoeg ruimte in de keel om te ademen.
  • Je slikt de flexibele slang als het ware in, waardoor deze gemakkelijk in de slokdarm glijdt. Vanaf dit punt bestuurt de arts de endoscoop verder tot in de twaalfvingerige darm. Hier bevinden zich de uitgangen van de galwegen en de alvleesklier. Via de endoscoop wordt een katheter ingevoerd die contrastvloeistof in de galwegen laat vloeien.
  • De arts neemt foto’s van de galwegen en alvleesklier. De contrastvloeistof zorgt voor duidelijke foto’s waarop we de mogelijke afwijkingen kunnen vaststellen.
  • Een ERCP duurt doorgaans 30 tot 60 minuten, maar kan uitlopen.

Nazorg

  • Je komt terug naar de afdeling waar je minstens 1,5 uur rust tot de verdoving is uitgewerkt. Je kan je nog slaperig voelen. Het is niet abnormaal als je je van het onderzoek niets meer herinnert.
  • De verpleegkundige controleert je parameters (temperatuur, pols, bloeddruk) regelmatig.
  • Je mag pas na 2 uur iets eten en/of drinken.
  • Indien er een papillotomie (insnede in de papil van Vater) is uitgevoerd, mag je na 2 uur enkel een beetje water drinken. De dag erna mag je weer gewoon eten.
  • Je kan ongemakken hebben na het onderzoek:
    • Je keel voelt wat ruw en gevoelig. Dit verdwijnt na enkele uren.
    • Je hebt een opgeblazen gevoel in de buik door de ingeblazen lucht tijdens het onderzoek.
  • We raden aan niet zelf naar huis te rijden.