Overslaan en naar de inhoud gaan

Bij een gastroscopie bekijkt de arts de binnenkant van de slokdarm, maag en de twaalfvingerige darm (duodenum).

Voorbereiding

  • Je moet nuchter zijn vanaf middernacht (of minstens 6 uur vóór het onderzoek). Je mag niet eten, drinken en roken.
  • Doe je tandprothese uit net vóór het vertrek naar het onderzoek.
  • Meld aan de verpleegkundige of je een bloedverdunner neemt, .
  • Verwittig tijdig de arts of verpleegkundige als je verdoving wenst.
  • Als het onderzoek onder waakanesthesie gebeurt, vragen we om een operatieschortje aan te doen.

Verloop

  • De verpleegkundige plaats een beugel tussen je tanden.
  • We schuiven de gastroscoop (een dunne, flexibele slang met een camera) tot achter de keel en vragen om te slikken. De bovenste slokdarmsluitspier ontspant waardoor de gastroscoop tot in de maag glijdt.
  • Om de slokdarm, maag en twaalfvingerige darm beter te kunnen onderzoeken, blazen we lucht binnen via de gastroscoop.
  • Soms nemen we tijdens dit onderzoek kleine stukjes slijmvlies voor verder onderzoek. Je voelt hier niets van.
  • Het onderzoek duurt enkele minuten, tenzij specifieke handelingen nodig zijn. Dit vertelt de arts je op voorhand.

Nazorg

  • Als je verdoving kreeg, mag je 15 minuten na het onderzoek iets drinken en eten.
  • Bij verdoving raden we aan om niet zelf naar huis te rijden
  • Je kan wat ongemakken voelen na het onderzoek:
    • Je keel voelt ruw en gevoelig. Dit verdwijnt na enkele uren.
    • Je hebt een opgeblazen gevoel in de buik van de ingeblazen lucht tijdens het onderzoek.